Kunst en ik
Moment
1:
Ik heb
samen met klasgenoten naar verschillende kunstwerken gekeken die in Rotterdam
staan. De bedoeling was het bewust worden van de rijkdom die in de openbare
ruimte in Rotterdam staat. Het bewust worden van hoeveel kunst er in Rotterdam
staat. Dit is zeker gelukt! We moesten ook gaan kijken door de 5 verschillende
brillen van Parsons.
Dit heeft
vooral een nieuwe kijk gegeven over de kunst. Omdat je soms al snel dingen kan
beschouwen als kunst. Wat is nu precies kunst? Wat verstaan we eronder? De
beelden die ik vooral heb gezien, vond ik nu niet bepaald kunst. Want is een
Kerstman met een kerstboom in zijn handen kunst? Nee, ik vind van niet. Maar de
kunstenaar had er een bedoeling achter. De kerstboom moet op een dildo lijken
en dit heeft voor veel opspraak gezorgd. Hierdoor gaan toch veel mensen er naar
kijken.
Je hebt 5
verschillende brillen. Uit elke bril kun je kijken. Door deze brillen ben ik
toch wat anders naar kunst gaan kijken. Je gaat eerst beschrijven wat je ziet,
wat wil je er in gaan zien, wat voor emoties roept het op, heeft het een
functie. Door het stellen van deze vragen ga je er anders naar kijken. Je komt
erachter dat ze er iets mee bedoelen. Als ik dan door de verschillende brillen
kijk, dan zie ik ook dat het kunst is.
Want ik
vind nu dat iets kunst is als er een verhaal achter zit, dit heb ik eruit
geleerd. Dit wil ik ook zeker bij gaan dragen als mijn rol als leerkracht. Ik
wil dat ze door de verschillende brillen gaan kijken en er zo achter komen dat
er een verhaal achter zit. Maar ook dat ze zo hun mening durven te geven, want
dit heb ik ook gedaan. Zo ben ik het meer gaan waarderen.
Moment
2:
Door het
maken van een cultureel paspoort ben ik erachter gekomen wat mijn beginsituatie
met kunst is. Aan de hand van verschillende materialen die we tot onze
beschikking hadden moesten we dit laten zien. Maar wat verstaan we onder kunst?
Is dit alleen een museum bezoeken? Of ook naar de bioscoop gaan?
In het
begin vond ik dit moeilijk, maar nadat ik hulp had gevraagd aan mijn docenten/studentencoaches ging het goed.
Ik ben
erachter gekomen dat je veel dingen als kunst kan zien. Naar de bioscoop gaan
is kunst. Maar ook dansen, een kerk bezoeken, naar het theater etc. Er zijn zo
veel verschillende soorten kunst dat dit echt mijn ogen heeft geopend. Mijn
reactie was vooral dat ik erg veel zin in de opdracht kreeg. Ik had de grootste
lol met mijn klasgenoten. Die zeiden dat ik alles opeens als kunst ging
beschouwen. Ik ging met veel plezier verder met de opdracht. Doordat mijn ogen
geopend waren ging ik er ook echt over nadenken. Bij elk plaatje die ik zag
moest ik een argument bedenken waarom dat nu juist kunst is of niet. Door al
het enthousiasme is het een leuk eindresultaat geworden.
Ik had er
zin in en juist weer hierdoor ging ik het begrip kunst ook echt als iets leuks
beschouwen. Ik ben er ook vooral achter gekomen dat ik al een breed
beginsituatie heb met kunst. Ik wil de kinderen laten nadenken wat kunst nu allemaal
inhoud. Je moet er niet te moeilijk over nadenken. Wat ziet het kind allemaal
als kunst? Dit moet je vooral positief aanmoedigen en begeleiden. Door deze
opdracht laat je goed zien wat kunst nu is en kan je dit goed toepassen bij het
kunstonderwijs. Je moet eerst beginnen met wat het kind allemaal weet. Hieruit
kan je verder gaan.
Kunst maken
Moment
1:
Aan de
hand van 3 muziekstukken heb ik met de klas een voorstelling gemaakt.
Ik heb
vooral geleerd hoe zo’n proces in zijn werking gaat. Want je hebt ‘helaas’ geen
voorstelling binnen een dag gemaakt, er zit een traject aan vast gebonden.
Aan de
hand van verschillende muziekstukken en verschillende opdrachten zijn we tot
een eindresultaat gekomen. Ik vond dit proces leerzaam. Je merkt dat er nog een
heel proces aan vast zit. Je moet met je klas tot een product komen, maar je
bent met 25 personen en al deze personen hebben een ander idee. Hoe moet je dit
samenvoegen? Ik heb aan mezelf gemerkt dat ik vooral op de achtergrond hield.
Ik had geen zin om hele discussies met de klas te houden, want die waren er. Ik
dacht ik blijf rustig en als ik iets niet snap dan vraag ik het. Ik had totaal
geen zin om me er mee te bemoeien.
Wat ik
merkte is dat vooral mijn kalmheid er voor heeft gezorgd dat mensen rustig
werden. Want dan waren ze gefrustreerd over bepaalde zaken, maar dan kwamen ze
naar mij toe en hadden we het er even over en dan was het weer klaar. Ik heb
vooral mijn kalmheid goed kunnen gebruiken. In zo’n proces van een voorstelling
maken is dat je er plezier in beleeft. Dat je dit met een groep kan doen. Dat
je er de lol in ziet. Maar wat ik jammer
vind is dat het soms de nodige irritaties heeft opgeleverd bij sommige mensen.
Ik denk dan van dat het nergens voor nodig is en dat je dan juist zo de sfeer
verpest.
Ik vond
het een hele leuke opdracht. Ondanks de nodige irritaties was dit een erg leuk
proces om mee te maken. Je leert dat je uit 3 muziekstukjes je een voorstelling
kan maken. Een voorstelling die beloond is met een 9. Als leerkracht zijnde wil
ik vooral aan mijn leerlingen meegeven dat je uit het niets toch iets kunt
maken. Als je er samen aan werkt kan je kunst maken. Kunst is niet alleen naar
een schilderij kijken, maar kunst is ook een voorstelling waar je zelf keihard
gewerkt aan kunt hebben.
Moment
2:
Ik heb op
de allereerste dag een cultureel paspoort gemaakt. Je moest aan de hand van
plaatjes uit tijdschriften je eigen cultureel paspoort maken. Wat heb jij al
allemaal meegemaakt met kunst? Hoeveel kunst heb jij in je?
Ik vond
dit een moeilijke opdracht, omdat ik voor mijn gevoel nooit erg goed ben
geweest met het vak kunst. Als ik een opdracht kreeg dan duurde het even
voordat ik iets had bedacht en het uit kon werken. Tijdens dit proces was ik
dan ook erg bang dat het mij niet ging lukken. Dus toen ik deze opdracht kreeg,
klapte ik weer dubbel. Ik wist eigenlijk niet wat ik allemaal al had meegemaakt
met kunst, ik dacht te moeilijk na. Het lukte het eerste uur niet. Omdat het in
het begin niet lukte, was ik al bang dat ik het niet af ging krijgen en dat het
een onvoldoende waard zou zijn. Maar op
een gegeven moment ging ik het door krijgen hoe de opdracht ik elkaar zat. Ik
dacht veel te moeilijk na. Het kon veel simpeler, want zumba, waar ik op zit is
ook kunst. En een kerk bezoeken is dat ook. Ik ging het toen steeds leuker
vinden. Dus omdat ik erachter kwam dat ik veel te moeilijk dacht en het veel
makkelijker kon, ging het steeds beter en kreeg ik er ook erg veel zin in.
Sommige
mensen waren al snel klaar, maar ik bleef gewoon rustig en ging op mijn gemak
verder. Doordat ik zo rustig bleef, is het uiteindelijk goed gekomen. Mijn
bijdrage aan het eindresultaat is vooral dat ik er plezier aan ging beleven. Ik
kreeg door het bekijken van de plaatjes verschillende ideeën die ik kon
toepassen. Ik heb mijn doorzettingsvermogen gebruikt als vaardigheid. Ik vond het vooral belangrijk dat ik ging
doorzetten en dat er een leuk cultureel paspoort tevoorschijn kwam. Dat je kon
zien dat ik dit was. Dit is zeker gelukt! Ik geloof er zeker in dat als je
doorzet je er altijd wel komt! Ook al lukt iets niet, gewoon doorzetten.
Dit wil ik
ook gaan doorgeven aan mijn leerlingen. Als iets niet lukt, mogen ze altijd
naar mij toe komen voor advies. Denk niet te moeilijk, het is jouw kunstwerk en
daar heb jij moeite ingestopt. Mijn missie bij zo’n soort opdracht is dat de
leerlingen hun creatieve ik mogen uiten. Dat ze erg vrij mogen zijn met zo’n
opdracht. Ik vind het allerbelangrijkst dat ze hun best doen en dat ze er zelf
iets van leren.
Kinderen en kunst
Moment
1:
Ik heb dit
moment beleefd in Villa Zebra. Ik ging samen met een jongen uit groep 8 naar
kunstwerken kijken die tentoon waren gesteld. De bedoeling van deze kunstwerken
was het ontdekken en ervaren dat hun leven en wereld in beweging is. Ik moest
gaan leren hoe je vragen moest stellen over kunstwerken. De bedoeling voor mij
was om goede vragen te stellen aan de jongen over kunst. Wat zien ze in dit kunstwerk?
Als hij een antwoord geeft hoe moet ik daarop reageren?
Ik vond
het pittig om vragen te stellen. De jongen die ik had gekregen kon gelukkig
veel vertellen. Hij deed leuk mee. Hierdoor was het voor mij makkelijker om
vragen te stellen. Als hij iets niet begreep ging ik erop in. Door
verschillende zijgangen kwamen we dan toch bij een antwoord. Door het stellen
van vragen die ik van te voren al had doorgenomen is het doel gelukt. Het doel was
namelijk door aan de hand van vragen te stellen erachter te komen wat ze van
het kunstwerk vinden. En komen ze erachter dat er veel meer achter kunst zit.
Het is
belangrijk dat je in zo situatie de aandacht van de leerling heb. Vragen gaan
stellen die bij hun belevingswereld horen, maar dat je ook net iets verder gaat
kijken dan hun neus lang is. Ik ben erachter gekomen dat als je d.m.v.
belevingsvragen te stellen je meer krijgt te horen over wat hun van de
kunstwerken vinden. Over hun eigen manier van denken over kunst.
Moment
2:
Aan de
hand van de voorstelling die we in de MAAS hebben gezien, mocht ik een leerling
interviewen. Alleen vond ik dit moeilijk om te doen. Want ik kon van te voren
geen vragen bedenken, omdat ik eerst de voorstelling moest zien. Ik heb het
toen daarna ook erg moeilijk gehad met het vragen stellen.
Ik kreeg
een meisje die alleen maar kon giebelen en alleen zei dat ze het leuk vond, maar
meer ook niet. Ik kon uit deze situatie nog veel leren. Omdat ik het moeilijk
vond om vragen te stellen, ben ik er ook niet echt achter gekomen hoe ik het
wel had kunnen aanpakken. Ik klapte op dat moment een soort van dicht. Ik
probeerde nog wel vragen te stellen, maar ze zei alleen maar dat ze het leuk
vond en meer ook niet. Na veel vragen te hebben gesteld waar ik bijna steeds
dezelfde antwoord op kreeg, ben ik er maar mee gestopt en hebben we gepraat
over school.
Ik had
vooral niet dicht moeten klappen. Ik had in deze situatie rustig en kalm moeten
blijven en vragen kunnen stellen in de trant van waarom vind je nu echt alles
leuk. En wat vind je nu toch echt niet leuk. Het belangrijkst in een situatie
als geen vragen kunnen stellen is rustig blijven en bijvoorbeeld luisteren naar
de vragen die mijn medestudenten vragen. Ik geloof er ook echt in dat als ik
rustig was gebleven wel de vragen naar boven waren gekomen en dat ik dan wel
meer te weten was gekomen hoe het meisje dacht over de voorstelling.
Dit
betekent voor mij als leerkracht dat al zit het niet altijd even mee je toch
door moet gaan. Je moet kunnen improviseren met vragen stellen. Je moet vooral
vragen stellen die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Kort
samengevat: ik heb vooral geleerd in deze situatie dat je vooral niet in de
stress moet raken als het even niet lukt met het stellen van vragen.
Improviseer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten